De Gerardus Majellakapel

Op 25 oktober 1928 werden klooster en seminarie van het Nebo-complex ingewijd. In het kerkgebouw moest echter nog veel werk worden verzet. Piet Gerrits was druk bezig met de schilderingen en reliëfs van de zijkapellen, vooraan in de kerk. Achterin de kerk moest de kapel toegewijd aan Gerardus Majella worden verfraaid. Toen een jaar later, op 17 september 1929, kardinaal Willem van Rossum op bezoek was in de Nebo en zag dat de Gerardus Majellakapel niet was voltooid, gaf hij opdracht op zijn kosten de ontbrekende schilderingen aan te brengen. Weer een jaar later, in 1930, had Gerrits het werk voltooid en werd de kapel ingewijd. Een gedenksteen in de zijmuur herinnert aan de schenking van de kardinaal (afb. 15).

  15. Gedenksteen schenking kardinaal van Rossum, 1930



16. Gerardus Majella votiefkapel
 

De kapel bestaat uit vijf zijden van een oktogoon, verlicht door een serie ramen en afgesloten met een gewelf. Onder de lichtbeuk bevindt zich over de volle breedte van de kapel een fries met schilderingen die in negentien taferelen het leven van Gerardus Majella in beeld brengen. De sluitsteen van het gewelf bevat een afbeelding van de H.Geest. Tussen de ramen, boven het altaar, is een nis uitgespaard waarin het beeld staat van patroonheilige Gerardus. Aan weerszijden daarvan tekstpanelen met links de woorden "Redder der zondaren" en rechts "Helper der lijdenden" (afb. 16). Onder de schilderingen is een tekstbanderol aangebracht met de kernboodschap van de voorstelling: "God die den H. Gerardus hebt willen gelijkvormig maken aan het beeld van uwen gekruisigten Zoon Geef dat wij zijn voorbeeld navolgend tot hetzelfde beeld mogen omgevormd worden".



17. Tafereel 2, 3 en 4

18. Tafereel 5 t/m 19

19. Tafereel 9, 10 en 11

20. Tafereel 12 t/m 15

21. Tafereel 16, 17 en 19

22. Tafereel 18 en 19
 

We presenteren hier summier de diverse taferelen [1]
 

  1. Gerardus wordt door zijn moeder naar de kerk geleid, dat is in het stadje Muro, waarvan we de toren zien.
     
     
  2. Gerardus gaat naar een Mariabeeld in een boskapel. Het Kindje Jezus komt echter tot leven, speelt met Gerardus en geeft hem een broodje mee voor de wandeling terug naar huis (afb. 16).
     
     
  3. Gerardus maakt van een paar stokken een kruis, en dan ziet hij Jezus verschijnen (afb. 17).
     
     
  4. Gerardus is te jong om in de kerk de communie te mogen ontvangen, maar dan komt een Engel die hem de communie brengt.
     
     
  5. Als zijn vader gestorven is moet Gerardus de kost verdienen voor zijn moeder en zus. Hij leert voor kleermaker, maar is in gedachten bij Jezus.
     
     
  6. Gerardus was knecht van de bisschop geworden. Op een dag liet hij een sleutel in een put vallen. Hij nam toen een beeld van het kindje Jezus, liet dat aan een touw in de put zakken en vroeg het kindje de sleutel voor hem uit de put te pakken. En dat gebeurde.
     
     
  7. Gerardus zoekt samen met een kameraad de verlatenheid van de bergen op en wordt kluizenaar.
     
     
  8. Gerardus bezoekt een zieke.
     
     
  9. Boven het altaar zien we dat Gerardus een heiligschenner ervan weerhoudt ter communie te gaan en hem overtuigt eerst te gaan biechten (afb. 18).
     
     
  10. Met aan elkaar geknoopte lakens slaagt Gerardus erin het ouderlijk huis te ontvluchten.
     
     
  11. Hij loopt enkele paters redemptoristen na en vraagt in hun klooster te worden opgenomen.
     
     
  12. Gerardus bidt vurig, met opgeheven armen, voor het altaar (afb. 19).
     
     
  13. Gerardus is ingetreden in het klooster van de redemptoristen waar hij portier wordt. Veel mensen uit de omgeving zoeken hem op en vragen om hulp. Hij geneest een misvormd kind.
     
     
  14. Als broeder portier deelt hij aalmoezen uit aan arme mensen.
     
     
  15. Gerardus zorgt dat de broodkist van een arme moeder tot de rand gevuld wordt met brood.
     
     
  16. In Napels trekt Gerardus een schip uit de storm, terwijl veel mensen toekijken (afb. 20).
     
     
  17. In een donkere nacht, onder striemende regen, tracht Satan Gerardus de afgrond in te storten. Maar Gerardus dwingt de duivel het paard bij de teugel te nemen en te leiden.
     
     
  18. Voor de kloosterpoort speelt een blinde fluitspeler Gerardus' lievelingslied. Gerardus is verrukt en komt los van de aarde (afb. 218).
     
     
  19. In de nacht van 15 op 16 oktober 1756 sterft Gerardus, 29 jaar oud, in het klooster te Caposele. Zijn ziel wordt direct opgenomen door een schare engelen.
     

Noot: 1. In oktober 1930 publiceerde pater J. Moonen een eerste beschrijving van de schilderingen in het redemptoristenblad De Volksmissionaris.


Het spreekt voor zich dat de redemptoristen hoopten dat de wonderen van het leven van Gerardus een vervolg zouden krijgen in de kapel van de Nebo. Wonderen hebben er echter niet plaats gevonden. Misschien is het wel een wonder dat de kapel en het hele Nebo-complex redelijk goed bewaard zijn en hopelijk weer een mooie toekomst tegemoet gaan.

Dr. Leo Ewals
Mei 2018

Terug:
De Nebo in Nijmegen
Gerardus Majellakerk - Schildering van priesterkoor
Gerardus Majellakerk - Schildering van zij-altaren
Lees verder:
Paterskapel en Juvenaatskapel