Gerardus Majellakerk - Schildering van zij-altaren

De zij-altaren van Piet Gerrits in de Gerardus Majellakerk, 1928-1932

Een kloosterkerk heeft in de regel vele zij-altaren, want de paters moeten met verschillende tegelijk de mis kunnen opdragen. In de Nebo-kerk zijn dat in de zijbeuk aan de evangeliezijde (dat is van de priester uit gezien rechts) eerst het altaar van Maria van Altijddurende Bijstand, dan het altaar van Alfonsus, de stichter van de congregatie en vervolgens het altaar van Clemens Maria Hofbauer, een andere belangrijke redemptorist. Alle altaren in deze zijbeuk zijn dus gewijd aan heiligen die een bijzondere betekenis hebben voor de orde. Achterin de kerk, bij het Clemens-altaar, bevindt zich bovendien een plaquette ter ere van John Neumann, de redemptorist die in Amerika actief is geweest. Hij is dus ook een heilige uit eigen huis.

In de andere zijbeuk bevindt zich, van voor naar achter, een Jozef-altaar, vervolgens een wand waarop jarenlang een gobelin heeft gehangen met een voorstelling van de Goede Herder en tot slot een altaar gewijd aan Theresia van Lisieux. Dat laatste altaar was een geschenk van pater Willem Duynstee, de redemptorist die een bijzondere verering voelde voor Theresia. Helemaal achterin is een kapel gewijd aan Gerardus Majella.

Het altaar van Maria van Altijddurende Bijstand voltooide Gerrits in juli 1929 (afb. 8). Het staat tegen een achterwand die is opgebouwd rond een afbeelding van de icoon van Maria van Altijddurende Bijstand. Die icoon wordt gedragen door twee engelen en de wand als geheel is ingelijst met twee pilasters en met aan de bovenzijde een geblokte boog die een timpaan omlijst. In het timpaan een gestileerde palmette met daaronder de tekst: Zij zal u altijd bijstaan als gij haar altijd aanroept.

De icoon van Maria van Altijddurende Bijstand is een heel bijzondere voorstelling (afb. 9). We zien Maria en Jezus beiden gekroond als koning en koningin van de hemel, maar de scène speelt zich af op aarde. Jezus zit als kind bij zijn moeder op schoot maar ziet plots de engelen Gabriel en Michael die de lijdensattributen tonen, tekenen van de toekomst die hem wacht. Hij schrikt daar zo van dat hij met twee handen zijn moeder vastgrijpt en dat het sandaaltje van zijn linkervoet valt. We zien het nog net aan een riempje hangen. Ook Maria kijkt zeer bedrukt, zij voorvoelt kennelijk de zware toekomst die hen wacht. In feite is de reactie van Jezus dubbel: Hij voorziet als Gods zoon de toekomst, maar schrikt als een mensenkind. Aanschouwelijker en aandoenlijker hadden de twee naturen van Jezus niet in beeld gebracht kunnen worden. Overigens zegt een andere uitleg dat het sandaaltje verwijst naar het woord van Johannes de Doper die zei dat hij niet waard was de riem van de sandalen van Jezus los te maken (Joh. 1, 27).


8. Altaar van
Maria van Altijddurende Bijstand
foto AJ vd. Wal

9. Maria van Altijddurende Bijstand
foto Wikipedia

10. Clemens-altaar
foto_AJ_vd_Wal


Aan de icoon van Maria van Altijddurende Bijstand is een lange geschiedenis verbonden. De oorspronkelijke versie is geschilderd in Kreta, in de Middeleeuwen. In de 15e eeuw heeft een Italiaanse koopman die meegenomen naar Italië en ondergebracht in een privé-woning. Vervolgens werd het werk aan de Mattheüskerk te Rome geschonken nadat Maria in een verschijning had gezegd dat deze icoon in een kerk moest worden vereerd. Eind achttiende eeuw werd die kerk verwoest door plunderende Franse soldaten. De icoon werd gered, kwam terecht in een klein klooster van de Augustijnen, dat echter werd gesloten. Paus Pius IX heeft het werk uiteindelijk toevertrouwd aan de congregatie van de redemptoristen die de opdracht kregen om overal de verering te stimuleren voor Maria van Altijddurende Bijstand. De redemptoristen hebben deze taak ter harte genomen en overal waar zij aanwezig zijn vinden we dan ook kopieën van deze icoon, zo ook in de Nebo-kerk.

In de zijbeuk staan nog twee altaren, gewijd aan Alfonsus, de stichter van de congregatie en Clemens Maria Hofbauer (afb. 10). Clemens is de redemptorist die zich heeft ingezet om het werkgebied van de redemptoristen tot boven de Alpen uit te breiden. Veel succes had hij niet, daarom wordt hij wel aangeroepen als patroon van hopeloze zaken. Pas later bereidde de congregatie zich naar het Noorden uit.


11. Clemens-altaar plaquette Zie mijn kind

12. Clemens-altaar plaquette Heer help ons


Het Clemens-altaar is geheel van Piet Gerrits. Hij voltooide het begin 1932. Het is opgebouwd met een getrapte en gedecoreerde achterwand met in het midden een verhoogde nis waarin een beeld van de heilige Clemens, waaraan het altaar was toegewijd. Aan weerszijden van dat beeld plaquettes in rood koper met scènes uit het leven van Clemens met een tekst die verduidelijkt waar het om gaat. Rechts zien we Clemens als kind. Hij had net zijn vader verloren, toen zijn moeder hem naar het kruisbeeld wees en zei: "Zie, mijn kind, voortaan is Hij uw Vader". Links klopt Clemens, die geen brood meer had voor zijn klooster, aan bij een tabernakel en zegt: "Heer help ons, nu is het tijd" (afb. 11 en 12).

Aan de andere kant van het schip staat het Sint Jozef-altaar, ook een product van Piet Gerrits (afb. 13 en 14). Het kwam in 1930 gereed. Het bestaat uit een altaar dat is geplaatst tegen een achterwand van decoratieve panelen, een beeld en geschilderde taferelen. Centraal in de altaarwand bevindt zich een nis waarin het beeld van Jozef met Kind. Jozef is afgebeeld als een echte Palestijn, de wandelstok in de hand, klaar om op pad te gaan. De compositie wordt aan de bovenzijde afgesloten met een palmmotief dat wordt verklaard met de spreuk die boven het altaar is aangebracht: 'De rechtvaardige zal als een palmboom bloeien'. De palm staat dus voor Jozef die geldt als rechtvaardige bij uitstek omdat hij de zwangere Maria tot zijn vrouw nam. De tekst is genomen uit psalm 92, vers 13, en maakt deel uit van de introïtustekst van de mis van de H. Jozef, op 19 maart.


13. Zijbeuk Gerardus Majellakerk

14. St. Jozef-altaar foto AJ vd. Wal (detail)


De vier taferelen rond het Jozefbeeld brengen de belangrijke momenten van zijn leven in beeld. Voor de juiste volgorde moet men ze lezen van rechts naar links, zoals in de Joodse geschriften gebruikelijk is. Rechtsboven de droom van Jozef, waarin een engel hem zegt dat hij niet bang moet zijn om Maria tot vrouw te nemen, want dat het Kind van de H. Geest is (Mat. 1, 20-21). Links boven is hij in de geboortegrot met Maria en Kind, de os en de ezel. Daaronder rechts de vlucht naar Egypte en links de timmerwerkplaats in Nazareth, waar Jezus bij zijn voedstervader zijn jeugd doorbrengt. Rond het tabernakel vier engelen die de eigenschappen van Jozef symboliseren. Onder twee knielende aanbiddingsengelen, die staan voor de eerbied waarmee Jozef het mysterie heeft aanvaard en aan de buitenkant twee staande engelen met als attributen de lelie, symbool van zijn zuiverheid, en een hamer en zaag, die staan voor zijn arbeidzaamheid.

Het Jozef- en Maria-altaar vormen twee prachtige pendanten die het priesterkoor omlijsten en in perspectief plaatsen. Piet Gerrits gaf er de kerk een monumentale en sfeervolle afsluiting mee.

Dr. Leo Ewals
April 2018

Terug:
De Nebo in Nijmegen
Gerardus Majellakerk - Schildering van priesterkoor
Lees verder:
Gerardus Majellakapel
Paterskapel en Juvenaatskapel